Antivries vergiftiging bij hond en kat

antivries vergiftiging

Antivries (of te wel ethyleenglycol) verlaagt het vriespunt van koelwater in apparaten die warmte overdragen zoals verwarmingsinstallaties en airconditioning. In antivries zijn chemische stoffen toegevoegd aan het water welke voor een vriespuntdaling zorgen.

Vergiftigingen van ethyleenglycol vinden vooral plaats in de winter en vroege lente wanneer het buiten vriest en uw automotor niet op gang komt.

Antivries is een stroperige vloeistof met een zoete smaak. Honden, en in mindere mate katten, worden aangetrokken door deze zoete smaak. Mits niet tijdig ingegrepen lopen zij grote gezondheidsrisico’s die zelfs tot de dood kunnen leiden. Binnen enkele uren wordt de vloeistof via de darm in het lichaam van het beestje opgenomen en afgebroken. Deze afbraakproducten worden ook als metabolieten aangeduid.

Bij de hond is een dodelijke dosis van onverdund antivries (95-97%) 4,4-6,6 ml/kg (lichaamsgewicht); bij de kat, die veel gevoeliger is voor vergiftiging, slechts 1,4 ml/kg. Dat betekent sterfte bij inname van 110-165 ml voor een hond van 25 kg; voor een kat van 5 kg bij inname van slechts 7 ml (= circa ½ eetlepel)!

De verschijnselen

De eerste ziekteverschijnselen kunnen al binnen 30 minuten optreden. Denk aan:
– braken
– rillingen
– afname van reflexen
– apathie

Na inname van antivries gebeurt het soms dat het dier aanvankelijk meer gaat drinken maar naarmate het zieker wordt houdt dit op en treedt dehydratatie op. De nieren stoppen te werken na verloop van de tijd (1,5 à 5 dagen na inname van het vergif) door de vorming van kristallen die de productie van urine verhinderen. Wordt er dan niet snel ingegrepen, dan sterft het dier ten gevolge van het falen van de nieren.

De behandeling

Voor optimaal herstel is dus snel handelen geboden. Neem meteen contact met de dierenarts of ga er langs. Als blijkt dat uw huisdier antivries heeft gedronken dan zal de dierenarts hem een injectie geven om hem te laten braken. Maar dit werkt slechts als de vergiftiging niet langer dan 1,5 à 2 uur geleden plaats heeft gevonden.

In geval van nier schade kan de dierenarts proberen de kristallen op te lossen door een antistof (vaak alcoholhoudend) via een bloedvat toe te dienen zoals infusen van fomepizol of ethanol. Fomepizol schijnt beter te werken bij honden, terwijl ethanol juist beter voor de kat is.

Soms gebruikt de dierenarts ook de zogenaamde Wood’s lamp, een lamp die de fluorescentie in antivries zichtbaar maakt. Sommige soorten antivries bevatten fluoresceren (om lekkages helpen te detecteren). De lamp wordt gericht op de kop, de voeten, de urine en eventueel het braaksel van het dier.

Prognose

Hoe sneller er gehandeld wordt hoe beter de prognose. Toch is dat ook niet altijd een garantie. Als de nieren zijn aangetast en er geen of weinig urine productie is, dan zien de vooruitzichten er somber uit. De hoeveelheid ingenomen ethyleenglycol speelt hierbij ongetwijfeld een cruciale rol naast het tijdstip van de behandeling en de dierensoort. Als de behandeling niet later dan 8 uur na inname van het vergif plaats vindt en er geen verhoogd ureum in het bloed zit dan kan het dier redelijk goed herstellen. Echter blijvende nierproblemen kunnen het gevolg zijn van deze vergiftiging. Wat de mortaliteit betreft, 50 à 70% van de honden en meer dan 70% van de katten sterven als gevolg van ethyleenglycol vergiftiging.

Gisèle Bidenbach

Copyright afbeelding: cc by 2.0 Anthony Easton op FlickR

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *