Epilepsie bij honden

Epilepsie bij honden

Wat is epilepsie?

Epilepsie is een neurologische aandoening gepaard met herhaalde aanvallen, in min of meer heftige vorm.

Men onderscheidt twee soorten epilepsie:

  1. De primaire epilepsie of te wel de genetische epilepsie. Voor dit soort epilepsie is er meestal geen oorzaak te vinden, behalve dat het misschien genetisch bepaald is. Bij honden tussen 6 maanden en 5 jaar komt deze vorm van epilepsie het meest voor.
  2. De secondaire epilepsie waarbij aanwijsbare oorzaken ten grondslag liggen:
    • Hepato-encefalopathie. Hepato-encefalopathie treedt vaak op bij hele jonge honden (<1 jaar) of oude honden (>6 jaar). Bij jonge honden kan dit veroorzaakt worden door een levershunt, een aangeboren afwijking waarbij bepaalde bloedvaten niet goed zijn aangelegd. De lever kan hierdoor niet goed gifstoffen uit het bloed zuiveren waardoor o.a. ammoniak in het bloed achterblijft. Hierdoor kunnen gedragsveranderingen, agressie en epileptische aanvallen optreden. Acute hepatis kan bij oudere honden hepato-encefalopathie veroorzaken.
    • Hersentumoren (meestal bij oudere honden)
    • Hypoglycemie (een te laag bloedsuikergehalte). Pups en jachthonden kunnen er last van hebben.
      • Insulinoom: een insulinoom is een woekering van kliercellen in de alvleesklier die insuline produceren, wat resulteert in een te lage bloedsuikergehalte met epileptische aanvallen als gevolg.

     

      • Intoxicaties die tot acute aanvallen kunnen leiden. Vaak zijn er geen duidelijke aanwijzingen van intoxicaties in bloed te vinden hetgeen een goede diagnose bemoeilijkt.

     

    • Meningo-encephalitis (hersenvliesontsteking) is een aandoening die zich progressief ontwikkelt en die mogelijkerwijs epileptische aanvallen kan veroorzaken.
  • Epilepsie kan zich in verschillende soorten aanvallen uiten:

    – Partiële aanvallen
    – Gegeneraliseerde aanvallen
    – Atypische aanvallen.

    Partiële aanvallen zijn lokaal. Hierbij valt te denken aan trillingen van oor of poot. Een partiële aanval kan zich op verschillende manieren manifesteren:

    a) door een “lobus temporalis” aanval (psychomotorische aanval), waarbij de hond achter zijn staart aanrent of naar denkbeeldige vliegen hapt

    b) door de zogenaamde Jacksonische epilepsie (epilepsie van Jackson) waarbij de partiële aanval zich geleidelijk uitbreidt naar een gegeneraliseerde aanval.

    Gegeneraliseerde aanvallen bestaan uit twee fasen: de tonic en de clonic fase. Bij de tonic fase valt de hond om en verliest hij zijn bewustzijn. De poten verstijven en het hele lichaam verkrampt. Soms stopt ook de ademhaling. Deze fase duurt gewoonlijk ongeveer 10-30 seconden.

    Bij de clonic fase beweegt het hele lichaam, gepaard gaande met heftige bewegingen van de poten (het zogenaamde ‘lopen’). Ongecontroleerd verlies van urine of faeces kunnen optreden, soms verschijnt er ook schuim om de mond.

    Atypische aanvallen zijn niet in te delen in de eerder genoemde soorten. Dit soort aanvallen komt echter eerder bij mensen voor, dan bij dieren.

    De meeste aanvallen zijn in drie fasen in te delen.

    De prodrome is de beginfase voor de werkelijke aanval. Hierin treedt een bewustzijnsverandering op waardoor de hond een afwijkend gedrag kan tonen: soms onrustig of juist rustiger, soms aanhaliger. Ook kan hij een dwaze blik in zijn ogen hebben. Deze fase wordt ook nog wel eens gemist doordat de meeste epileptische aanvallen optreden wanneer de hond in rust is. De prodrome kan enkele minuten tot enkele dagen aanhouden.

    De ictus is de werkelijke aanval, waarin dus de tonic en de clonic fase optreden. De hond valt om, verstijft gedurende een korte periode (± 30 seconden), gevolgd door ontspanning, met hierna krampen en heftige beweging met de poten. Klapperende kaken, schuimbekken, verlies van urine en ontlasting worden dan ook waargenomen. De ictus duurt ongeveer 1-3 minuten en kan er zeer alarmerend uitzien. Als deze fase langer dan 10 minuten duurt, dan is er sprake van status epilepticus en dient u altijd een dierenarts te bellen!

    De postictale fase is de periode na de aanval. De hond komt dan weer langzaam bij maar is meestal een poosje de kluts kwijt. Zijn bewegingen zijn ongecoördineerd, ook kan hij tijdelijk minder goed zien. Sommige honden hebben extreme honger of dorst. De postictale fase kan enkele minuten tot enkele dagen duren.

        Wat te doen bij een aanval?  

    Rustig blijven en afwachten is in eerste instantie het beste. Schuif wellicht meubels aan de kant zodat uw hond er niet tegen kan botsen en zich verwonden. Omdat de hond geen enkele coördinatie bewustzijn heeft, probeer hem niet te aaien of vast te houden. Als de aanval langer dan 10 minuten duurt, bel dan de dierenarts. Meestal zal uw dierenarts zeggen nog even af te wachten, maar verstandig is alvast een afspraak te maken voor de volgende dag.

        De behandeling  

    De dierenarts zal eerst een basisonderzoek verrichten, bestaand uit een bloedonderzoek, het beluisteren van hart en longen en een kort neurologisch onderzoek. Indien hierbij niets gevonden wordt, bestaat nog de mogelijkheid om een CT-scan van de hersenen te laten maken om een (relatief zeldzame) hersentumor uit te sluiten. Indien er geen afwijkingen gevonden worden, gaan we meestal uit van de diagnose primaire epilepsie

    Als er uit deze onderzoeken een positieve uitslag komt, dan kan er een behandeling worden ingesteld met anti-epilepsie medicijnen, die naar alle waarschijnlijkheid de aanvallen doen verdwijnen. Echter, jonge honden (>1 jaar) zijn extra gevoelig voor deze nogal zware medicijnen. Deze kunnen namelijk hun nog in volle groei zijnde hersenen beschadigen. Als de hond minder dan eens per 6 weken een aanval krijgt, dan is een behandeling met medicijnen niet nodig. Bij meerdere aanvallen binnen 6 weken is een therapie sterk aan te raden.

    Als standaard onderzoeken niets bijzonders opleveren, dan kunt u aanvullend onderzoek laten doen. Zoals al vermeld kunt u een CT-scan laten doen, een EEG, een ECG, of een liquorpunctie.

    Een EEG (electro-encefalogram) is een onderzoek waarbij de elektrische activiteit van het hersenweefsel wordt onderzocht.

    Een ECG (electrocardiogram) is een hartfilmpje waarbij de elektrische activiteit van de hartspier wordt gemeten.

    Bij een liquorpunctie wordt wat heldere vloeistof uit het ruggenmerg gehaald en cytologisch onderzocht. Als er een verhoogd eiwitgehalte wordt gevonden, kan dit wijzen op tumoren en/of degeneratieve aandoeningen. Als het cellenaantal is verhoogd, kan dat wijzen op ontstekingen.

        DNA onderzoek  

    Honden met epilepsie mogen absoluut niet gefokt worden. Evenmin, voor zover mogelijk, hun directe familieleden. In januari 2013 werd voor het eerst in Nederland een hondenfokker veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding wegens het verkopen van een Ierse Setter met een erfelijke epilepsie. Erfelijkheid van epilepsie is dus voor fokkers, rasverenigingen en dierenartsen een uiterst belangrijk onderwerp. Verschillende rasverenigingen binnen en buiten Europa verrichten DNA onderzoek om het afwijkende gen (of genen) dat epilepsie veroorzaakt op te sporen.

    Echter de erfelijkheidsfactor van epilepsie is waarschijnlijk niet terug te voeren op één gen, maar op meerdere (polygeen). Gezien de complexiteit van deze ziekte kan men ook niet verwachten dat een simpele DNA test alles verklaart en oplost. DNA onderzoeken worden door meerdere rasverenigingen verricht, maar op heel korte termijn zullen er nog geen resultaten voorhanden zijn. Ook selecteert de fokker zo zorgvuldig mogelijk de fokdieren, de garantie dat een gefokt dier geen epilepsie krijgt, is een illusie.

        Bij welke hondenrassen komt het voor?

    Elke hond kan epilepsie ontwikkelen. Er zijn echter een aantal hondenrassen met duidelijk meer gevallen van epilepsie.

    Dit zijn o.a. de:
    – Australische Herder,
    – Basset Fauve de Bretagne,
    – Beagle, Cavalier King Charles Spaniel,
    – Petit Basset Griffon Vendéen,
    – Tervuerense Herder,
    – Berner Sennenhond, Border Collie,
    – Teckel, Dalmatiër, Engelse Springer Spaniel,
    – Duitse Herder, Golden Retriever,
    – Irish Wolfshond,
    – Keeshond, Labrador Retriever,
    – Lagotto Romagnolo,
    – Sheltie,
    – Standaard Poedel, Bouvier,
    – Drentsche Patrijshond,
    – Duitse Staander Korthaar,
    – Ierse Setter,
    – Italiaanse Windhond,
    – het Kooikerhondje,
    – Weimaraner,
    – Border Terriër
    – Vizsla.

    Gisèle Bidenbach

Copyright afbeeldingen:  cc by 2.0 Donnie Ray Jones op FlickR

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *